AD Dordrecht in gesprek met Marcel over nachtsurveillance bedrijventerrein Dordtse Kil I en II

- Beveiliging - Alert Group

Afgelopen periode heeft het Algemeen Dagblad (regio Dordrecht) voor het rubriek 'zomerverhalen' een reeks interviews afgenomen met diverse beroepsgroepen die actief zijn in de nachtelijke uren. Eén van deze gegadigde betreft onze collega en coach Marcel Molendijk. Marcel heeft een interview afgelegd tijdens zijn nacht surveillance op het bedrijventerrein Dordtse Kil I&II, onderdeel van de bedrijfsinvesteringszone (BIZ) Dordtse Kil I&II, Amstelwijck-West. Onderstaand het interview van 25-07-2019: 

Marcel bewaakt ‘s nachts het bedrijventerrein: ‘Het is muisstil, maar ik hoor alles’

Op bedrijventerrein Dordtse Kil is het 's nachts heel stil. Marcel Molendijk van de surveillance-dienst houdt met zijn Caddy alle panden nauwgezet in de gaten.

De nacht valt als een deken over de Dordtse Kil I en II heen. Het is een bijzondere gewaarwording: van alle grote bedrijven die er zijn gevestigd, brandt er bij geen eentje licht. Het vormt een contrast met de activiteit die er overdag is te vinden. Vanuit de duisternis komt een Volkswagen Caddy aanrijden, met letters van beveiligingsbedrijf 'Alert-Group' erop. De bestuurder: de vrolijke Dordtenaar Marcel Molendijk (51). Vannacht bewaakt hij de veiligheid van het bedrijventerrein.

Hoe controleer je in je eentje of er niet toevallig inbraaksporen zijn bij zo'n groot terrein? Lopend is het haast niet te doen, zegt Molendijk. ,,Dan ben je wel even bezig. In de avond én in de nacht rijden we als surveillance-dienst twee rondes over het hele terrein. En dat is al snel een kilometertje of 100.”

In een zogenoemde ‘brand- en sluit’ checkt hij of alles op slot zit, of dat er bijvoorbeeld niet een sluimerend vuurtje in een afvalbak is te vinden.

Ogen

Helaas heeft hij nog geen ogen in zijn rug ontwikkeld, zegt hij grappend. Maar als je Molendijk ziet, weet je dat niets hem ontgaat. Zo ziet hij ieder raampje van een afstand al open staan en is een langsrijdende auto voor hem verdacht als die heel langzaam rijdt. ,,En ook als de bestuurder steeds in slow motion rijdend de hoekjes om kijkt. Als de bestuurder dan ook nog donkere kleding aan heeft, dan weet je: dit is extra verdacht. Dan gaan bij mij intern de belletjes rinkelen. Dat is het teken om ernaartoe te gaan, of de politie te bellen.”

De tijden waarop hij met zijn auto over de lege wegen langs het terrein rijdt, zijn iedere dienst weer verschillend. ,,En de reden is heel simpel: als we op gezette tijden zouden controleren, weet een inbreker al snel op welk tijdstip hij ongezien kan langskomen. Niet heel handig, natuurlijk.”

Tussen die ritten zit uiteraard wat tijd, maar dat betekent niet dat de beveiliger het zicht op de panden verliest. ,,Ik kies dan even een plekje uit om met mijn auto stil te staan. Met de ramen open, welteverstaan. En het is hier zó stil, dat ik er gelijk op af kan gaan zodra ik een geluid hoor dat hier niet thuishoort. Zo verplaats ik me een paar keer tussen de rondes door.”

Veiligheid voorop

Uit het niets begint zijn mobiel hard te piepen. Molendijk verblikt of verbloost er niet van. ,,Oh! Dat betekent dat ik een kwartier niet heb bewogen. Dat is voor onze eigen veiligheid, hè. Als deze piep nu afgaat, en ik zou niet op mijn mobiel reageren, wordt er automatisch een melding doorgestuurd aan collega's. Die weten dan dat er wat met me aan de hand is.”

Want de veiligheid van de beveiligers staat voorop. ,,Je kunt jezelf natuurlijk helemaal gek maken, zodat je in ieder langslopend persoon een dief ziet. Maar het gaat erom dat je rustig blijft nadenken.”

Eerlijk bekent hij dat zélfs hij sommige situaties nog eng kan vinden. ,,Als je met een hond zou surveilleren, ben je in ieder geval niet in je eentje. Nu ben ik dat wel, maar ze krijgen mij niet zomaar klein. En als ik écht iets verdachts zie, bel ik gelijk de hulpdiensten. Het zou onverstandig zijn om zonder hulp zomaar een pand binnen te lopen waar meerdere inbrekers zitten.”

Donker

In een nacht kan hij allerlei meldingen binnenkrijgen, wijst hij naar zijn mobiel. ,,Het verschilt per keer hoeveel dat er zijn. Een alarm kan bijvoorbeeld al afgaan op het moment dat een spin voorbijloopt, maar soms is het menens.”

In de tijd dat hij op de Dordtse Kil werkzaam is, heeft hij naar zijn eigen geluk nog geen heftige zaken meegemaakt. ,,Dan hoor ik je denken: maar wat is dan het nut van je werk, als er nog niks is gebeurd? Maar juist daarom zijn we er als beveiligers. We controleren de boel, zodat het hier allemaal veilig verloopt. Zodat die controle er is, óók in de donkere nacht.”

En daar gaat Molendijk weer met zijn Caddy. Op naar een volgende ronde over het terrein. ,,Ik ben nu even de ogen van alle bedrijven hier, dus ik ga snel.”

Lees hier het orginele interviewAD Dordrecht